Zwaluwen

Zwaluwen

Algemeen

Eerste melding 2016 in Tielt op 9 april .

Eerste melding 2017 in Tielt op 14 april.

Eerste melding 2018 in Tielt op 7 april.

Eerste melding 2019 in Tielt en Wakken op 2 april

Eerste melding 2020 in Tielt 9 april

Eerste melding 2021 in Tielt en wakken 4 mei

Eerste melding 2022 in Tielt en Wakken 11 april

Bij Natuurpunt de Torenvalk zetten we ons al sinds 1983 in voor zwaluwen in onze regio.

We merkten een felle achteruitgang bij onze favoriete luchtacrobaten en besloten om actie te ondernemen.

Niet enkel door jarenlange monitoring maar ook door de vogels van extra nestplaatsen te voorzien en door het landschap zwaluwvriendelijk in te richten, probeerden we de aantallen van onze gevleugelde vrienden terug op te krikken.

Voor wie meer wil weten over dit project en hoe jij de zwaluwen kan helpen, verken dan deze website of neem contact op met ons!

Rond rivieren met steile oevers kunnen we de Oeverzwaluw opmerken.

Melden van zwaluwnesten kan steeds op ons secretariaat!

Zwaluwenproject Regio Tielt

Als je dit leest draag je de huiszwaluw hoogstwaarschijnlijk al een warm hart toe. Velen onder ons zien elk jaar ongeduldig uit naar de terugkomst van deze luchtacrobaten. Ze komen rond begin april tot begin mei terug van hun overwinteringsgebieden in Afrika. Na een tocht van enkele duizenden kilometers komen ze bij ons aan met maar één doel voor ogen: zo veel mogelijk jongen grootbrengen die dan aan het einde van het broedseizoen de grote oversteek naar Afrika zullen proberen te volbrengen.

Voortplanten gaat de laatste decennia steeds moeizamer. Overal in Europa zijn de populaties geslonken. Tegenwoordig blijft slechts 25 % van de populatie over in vergelijking met de jaren ’70. Natuurpunt De Torenvalk houdt sinds 1983 het aantal bezette nesten in de streek bij. Helaas merken we ook in onze regio een sterke achteruitgang. De gegevens die door vrijwilligers werden genoteerd en zorgvuldig bijgehouden werden door Marie-Jeanne Decaluwe leggen de trieste evolutie bloot.

N

Na hun lange tocht is het ideale scenario voor onze frivole insectenvangers dat ze een partner vinden. Samen gaan ze op zoek naar een geschikte plaats om een nest te bouwen in de buurt van andere bestaande nesten. Het zijn immers koloniebroeders. Dat nest wordt gebouwd met modder en speeksel. Ze moeten dus op zoek naar een modderpoel die liefst niet te ver van het te bouwen nest ligt. Het mannetje brengt de modder aan en het vrouwtje bouwt het nest met precisie. De binnenkant wordt nog knusser gemaakt met stro en veertjes. Dat nieuwe nest gebruiken ze normaal gezien meerdere jaren. Dan kan het broeden beginnen met gemiddeld 4 – 6 eieren per legsel. De jongen uit het eerste nest helpen bij het grootbrengen van de kleintjes uit het tweede nest. Zo worden er heel wat vliegen en muggen gevangen om al de hongerige snavels te spijzen.

Over naar de realiteit nu. Met wat geluk belanden de huiszwaluwen tijdens hun tocht niet in vangnetten om in de pan te eindigen. Vervolgens komen ze aan bij ons en vinden ze hopelijk nog een partner waarmee ze op zoek gaan naar een nestplaats. Veel geschikte plaatsen zijn er al niet meer. Dakoversteken worden bedekt met gaas of door nieuwbouw gaan deze ideale locaties verloren. Gesteld dat ze een perfect plaatsje vinden moeten ze nu op zoek naar modder. Geen sinecure in onze afgeborstelde en nette straten. Ook op het platteland is steeds moeilijker modder te vinden doordat beken een verharde inbedding krijgen, natte plekken in weides worden opgehoogd, enzoverder. Als alle voorgaande hindernissen dan toch nog overwonnen worden, is succes nog niet gegarandeerd. Er moeten genoeg insecten gevonden worden wat met het toegestane gebruik van insecticiden niet vanzelfsprekend is. Sommige mensen verwijderen de nesten uit schrik voor die paar uitwerpselen op het trottoir. Al dat werk voor niets dus.

Wij bij Natuurpunt De Torenvalk konden niet meer lijdzaam toekijken en besloten over te gaan tot actie. Het bijhouden van gegevens geeft een goed overzicht van de situatie maar het verandert helaas niets aan de toestand. In 2015 en 2016 werden er op verschillende plaatsen kunstnesten opgehangen bij mensen die maar wat blij zijn dat ze de huiszwaluw dicht bij huis kunnen zien capriolen uithalen. Ze weten hun gratis insectenverdelgingswerk wel te appreciëren. Reeds enkele weken na de plaatsing werden er al enkele kunstnesten in gebruik genomen. Er was dus duidelijk nood aan extra nestplaatsen. Naast nesten werden ook steunlatten gemonteerd waarop onze huiszwaluwen zelf een natuurlijk nest met modder kunnen bouwen. Die modder werd in de buurt van de kolonies strategisch voorzien in de vorm van natgemaakte leem in bijvoorbeeld een dakgoot. Van deze maatregel werd ook al gretig gebruik gemaakt door de huiszwaluwen.

We hopen dat door deze inspanningen de populaties een duwtje in de rug krijgen en uit het diepe dal kunnen kruipen.

Eén zwaluw maakt de lente niet maar het is wel een verdomd mooi schouwspel dat we niet willen laten verloren gaan.

Cijfers

Vanaf 1983 was het ons opgevallen dat het aantal huiszwaluwnesten sterk verminderd waren in onze stad en naburige gemeenten.
Onze natuurvereniging heeft besloten om jaarlijks de nog bezetten zwaluwnesten te noteren en zodoende het zwaluwbestand in onze streek bij te houden.

Nesten per locatie 2022

Lichtervelde Zwevezele Wingene Koolskamp Ardooie Egem Pittem Meulebeke Tielt Schuiferskapelle Ruiselede Maria-Aalter Kanegem Aarsele Dentergem Oostrozebeke Ooigem Wielsbeke Sint Baafs-Vijve Wakken Markegem Oeselgem

Nesten per adres 2022

 

Gemeente adressen nesten nesten/adres
Ardooie 14 24 1,74
Koolskamp 11 21 1,90
Dentergem 24 47 1,96
Wakken 9 23 2,50
Oeselgem 0 0
Markegem 0 0
Meulebeke 0 0
Marialoop 0 0
Oostrozebeke 2 47 23,50
Pittem 30 44 1,46
Egem 1 4 4
Ruiselede 13 33 2,54
Kruiskerke 0 0
Doomkerke 0 0
Tielt 24 51 2,12
Aarsele 2 11 5,50
Kanegem 9 33 3,66
Schuiferskapelle
Wielsbeke 0 0
Ooigem 8 19 3,80
Sint-Baafs-Vijve 1 18 18,0
Wingene 0 0
Zwevezele 0 0
Maria-Aalter 4 17 4,25
Lichtervelde 0 0
niet gecontroleerd

Download de cijfers van 1983 tot nu.

Wat kunnen we doen voor de huiszwaluw

Kunstnesten op geschikte plaatsen ophangen.

Steunlatjes ophangen let op de afstand tot dakgoot of oversteek.

Mestplankjes indien eigenaar dit wenst

Modderpoel aanleggen om natuurlijke nestbouw te stimuleren.

Een zwaluwtil plaatsen.

Subsidies (bv gemeentelijk)bedingen in Uw gemeente.

Wat kunnen we doen voor de boerenzwaluw

Erfbeplanting is voor zwaluwen een goede zaak

Bloemen en struiken trekken insecten aan en biedt meer beschutting bij winderig weer

Ze hebben modder en stro nodig om nest te metselen, je kan zorgen voor een modderplek in het broedseizoen (best leem of klei en niet te veel zand). Ze gebruiken ook graag koe en paardenmest.

Boerenzwaluwen broeden in een stal of schuur dus hebben ze nood aan een ingang die altijd open blijft liefst zelfs twee( minstens 30 cm breed en 10-15 cm hoog, best hoog genoeg tegenkatten)

Nestplaatsen laat je best onbeschilderd (kalken mag wel)

Ook kleine hobbystallen zijn soms geschikt

In de donkere hoeken nestplaats voorzien

Kunstnesten zijn ook aangewezen (lokken koppels, steunpunt voor natuurlijknest voorzien)

Half afgewerkt kunstnest is een goede start.

Deze vogel is volledig afhankelijk van de boerderijen.

Wat kunnen we doen voor de gierzwaluwen

Openingen voorzien in gebouwen

Gierzwaluwen maken geen eigen nest, ze gebruiken open ruimtes beschermd voor weer en wind

Bij nieuwbouw of renovatie kunnen nestplaatsen voorzien worden in de gevelmuur

Op bestaande muren kunnen we kunstnesten voorzien

Indien meer info gewenst neem contact op Isabel Lemahieu van “Natuurpunt de Torenvalk VZW”

Huiszwaluwen als geluksbrengers!

De huiszwaluw (Delichon urbicum) is een vogel uit de familie van zwaluwen (Hirundinidae).
De huiszwaluw is een cultuurvolger, samen met mensen in grotten, later in hutten en vervolgens in boerderijen.
Een huis steeg in waarde als er zwaluwen broedden.

Enkele volkswijsheden

De zwaluwen onder het dak, brengt guldens in de zak.

Daar waar een zwaluw zijn nest bouwt, zal voorspoed heersen en zal de bliksem niet inslaan.

Waar de zwaluw het huis siert, zal het hemelvuur voorbijgaan

Uiterlijke kenmerken huiszwaluw

De huiszwaluw is een middelgrote zwaluw en bereikt een lichaamslengte van 13,5 tot 15 centimeter. Volwassen vogels wegen ongeveer 18 gram en hebben een vleugelspanwijdte van 26 tot 29 centimeter. Het verenkleed is blauwzwart op de korte, lichtgevorkte staart, de bovenste helft van de kop en de bovenzijde, met uitzondering van het gedeelte achter de vleugels. Hier is het verenkleed wit, evenals aan de onder- of buikzijde. Ook de korte, roze poten zijn voor een groot deel bedekt met witte veren. De huiszwaluw heeft bruine ogen en een kleine, zwarte snavel. De stuit is opvallend wit gekleurd.

Beide geslachten hebben een gelijk uiterlijk. De juveniel mist de blauwe gloed in zijn zwarte veren en heeft bovendien witte vlekken en randen op zijn veren.

Gedrag en levenswijze

De huiszwaluwen komen gemiddeld een maand later dan de boerenzwaluwen bij ons.
In het voorjaar komen de huiszwaluwen terug vanuit hun overwinteringsgebieden begin april tot laat mei, sommige zelfs begin juni.

Paarvorming en nestbouw

De vroegst terugkerende mannetjes palmen de oudste nesten in. Het eerste werk is het reinigen van deze oude nesten. Al zingend in de vlucht worden de vrouwtjes gelokt.

Zijn geen oude nesten beschikbaar, moet er overgegaan worden tot het zelf bouwen van een nest.
Dit gebeurt meestal onder een dakgoot of brug waar een steuntje voorhanden is.
Bij het bouwen van een nest is het belangrijk dat de vochtigheidsgraad van de modder niet te laag is, de modder moet kleven.
Bij zeer droog weer is er geen modder te vinden. Geen nestbouw mogelijk, verder vliegen is dan alleen de oplossing.
Om een nest te bouwen zijn wel 1000 modderpropjes nodig die vermengd met grassprietjes en veertjes aan elkaar gekleefd worden.
Binnenin wordt deze nog bekleed met veren.

 

Verlanglijst huiszwaluwen

Witte dakgoot

Voetsteuntje

Drukke nestplaatsen

Oriëntering gevel

Rustdraden

Voedsel

Het voedsel van de huiszwaluw bestaat voornamelijk uit vliegende insecten die hij in de vlucht vangt. Hij maakt lange glijvluchten en spaart zo meer energie dan de meeste andere insectenetende vogels.
In zijn broedgebied jaagt de huiszwaluw op een gemiddelde hoogte van 21 meter en vangt voornamelijk vliegen en bladluizen. Meestal jaagt hij binnen een straal van 450 meter rond zijn nest. Hij volgt regelmatig dieren of landbouwvoertuigen die insecten verstoren. In het wintergebied jaagt de huiszwaluw op een gemiddelde hoogte van 50 meter en voedt hij zich vooral met vliegende mieren en andere vliesvleugeligen.

Eén koppeltje eet per seizoen wel 5 miljoen insecten

De huiszwaluw is in staat om in de vlucht water te drinken.

Linken

Natuurpunt

Wikipedia

Boerenzwaluwen

De boerenzwaluw (Hirundo rustica) is een vogel die tot de familie zwaluwen (Hirundinidae) behoort. Het is de meest wijdverspreide soort van deze familie; het verspreidingsgebied beslaat vrijwel de hele wereld, waarbij er zeven ondersoorten worden onderscheiden. De boerenzwaluw is een opvallende verschijning door zijn blauwzwarte verenkleed met lange buitenste staartveren en door zijn grote wendbaarheid in de vlucht tijdens de jacht op vliegende insecten.

Legende

Volgens de legende zou de boerenzwaluw de doornen uit de doornenkroon van Christus gehaald hebben en zo aan zijn rode keel komen.

De boerenzwaluw verhinderde het stelen van het vuur door de duivel, hij zat op een vliertakje en kreeg het te warm, liet het brandende takje vallen en hierdoor kreeg de boerenzwaluw een rode keel , de gevorkte staart kreeg hij doordat deze is weggeschroeid.

Verschil met huiszwaluw

smallere vleugels en staart meer gevorkt vliegt meestal lager

Voorkomen

Deze vogel is volledig afhankelijk van boerderijen.

Waar maken ze hun nest

Bijna altijd binnen in stallen, liefst zelfs in een donker hoekje.

Voedselaanbod

Ideaal: weiland met vee

Boerenzwaluwen vangen enorme aantallen vliegende insecten

bv meer dan 1000 mieren in één zwaluwmaagje! wel 50.000 insecten per week

Bij veel wind: zittende insecten

Afwisseling in het landschap met enkele haagkanten is belangrijk! Ze vinden insecten op de bladeren van de struiken én ze hebben meer kans om insecten te vinden in de luwte achter de struiken

Broedplaats

Ze keren vaak terug naar hetzelfde nest (als ze nog leven)

Nestbouw

Modder! Wel 5.000 kluitjes voor één nest

Verder gras, strootjes, veertjes… , snelheidsrecord nestbouw is 1 dag! , Nest gemiddeld 7 jaar oud, record 48 jaar!

Verschil in nestvorm

Voedsel jongen

Jongen krijgen 270 en later tot 400 keer per dag eten met een gemiddelde van 9000 insecten per dag..

De jongen worden ballen van ca. 15 insecten (vliegen, bladluizen …) aangeboden.

De meeste boerenzwaluwen hebben een tweede broedsel, soms zelfs een derde.

Linken

Natuurpunt

Wikipedia

Gierzwaluwen

Kenmerken

Is eigenlijk geen zwaluw

Groter (43 g) met lange sikkelvormige vleugels (spanwijdte bijna 50 cm!)

Bruinzwart met lichte keelvlek

Brede korte snavel

Korte poten, vier tenen naar voor gericht

Spectaculaire vliegers:

Snelheden tot 120 km/u

Lange glijvluchten afgewisseld met enkele snelle slagen

Gierend/ krijsend geluid srie srie

Levenswijze

Vooral ‘s morgens en ‘s avonds in grote groepen die elkaar lijken te achtervolgen

Vliegen dag en nacht en slapen al vliegend! Ze stijgen dan in grote groepen op tot ca. 3000 m. Drijven dan op de wind en dalen ‘s ochtends in spiralen naar beneden

Eten al vliegend (luchtplankton) en drinken ook al vliegend

Gierzwaluw met voedselbal in krop

Ze kunnen makkelijk 6 jaar oud worden

Dan heeft zo’n beestje ca. 740.000 km gevlogen

2 x afstand op en af naar de maan!

Drie-maanden vogel

Van alle trekvogels is de Gierzwaluw het kortst bij ons nl ca. 3 maanden:

aankomst begin mei

vertrek eind juli

Nestbouw

Ze bouwen zelf geen nest

nestelen in holtes en spleten van gebouwen

kleven pluisjes, sprietjes e.d. aaneen met speeksel

rond 15 mei leggen ze twee, soms drie witte eitjes

maar één broedsel per jaar

Oeverzwaluwen

De oeverzwaluw (Riparia riparia) is een zangvogel uit de familie van de zwaluwen (Hirundinidae). Hij behoort tot de meest wijdverspreide zwaluwsoorten en is te vinden in waterrijke gebieden, waar hij zich voedt met kleine insecten en broedt in zelfgegraven tunnels in rivieroevers.

Verschil met huiszwaluw

Kleiner dan huiszwaluw, korte lichtgevorkte staart en de bovenzijde is dof grijsbruin en de onder- of buikzijde is vrijwel wit. Geen witte stuitvlek. De oeverzwaluw heeft een bruine borstband, een relatief kleine zwarte snavel en donkerbruine poten. Poten van huiszwaluw bepluimd.

Voorkomen

De oeverzwaluw is een kosmopoliet en heeft na de boerenzwaluw het grootste verspreidingsgebied van de zwaluwen. Het broedgebied beslaat grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië. Hij verschijnt rond het einde van maart in zijn broedgebied, in veel gebieden in dezelfde periode als de boerenzwaluw. Rond augustus neemt het aantal oeverzwaluwen in het broedgebied af en aan het eind van september vertrekken de laatste vogels naar de overwinteringsgebieden in Zuid-Amerika, Afrika en de Zuidoost-Aziatische eilanden. De oeverzwaluw heeft het hele jaar door een voorkeur voor een gebied vlakbij grote waterpartijen, zoals rivieren, meren en soms zelfs de oceaan. In gebergten komt hij derhalve vrijwel niet voor.

Waar maken ze hun nest

De oeverzwaluw broedt in kolonies in tunnels van tien centimeter tot ruim een meter, die hij uitgraaft in zand of grind in steile oevers, afgravingen en gronddepots. Over het algemeen wordt elk jaar een nieuw nest uitgegraven, maar het komt voor dat een oeverzwaluw een oud nest verder uitgraaft voordat hij deze gebruikt voor een nieuw broedjaar.

Voedselaanbod

De oeverzwaluw heeft zich gespecialiseerd in het jagen op kleine insecten, zoals knutten, bladluizen en kleine kevers. Hiermee onderscheidt hij zich tot de meeste andere zwaluwsoorten die op grotere insecten jagen en bestaat er weinig onderlinge voedselconcurrentie. De oeverzwaluw jaagt vaak laag boven het water op insecten die afhankelijk van water zijn voor hun voortplanting.

Linken

Natuurpunt

Wikipedia

Werkgroep zwaluwen

Contact:
Heb je een vraag of wil jij graag meehelpen met de werkgroep?

Neem contact op met:

Marie-Jeane Decaluwé